In Eksel vertelde men die grap als volgt: Een man uit Bree ging uit jagen en kreeg opeens twee lange oren in de gaten. Dat zijn zeker hazenoren, dacht hij, en hij schoot het beestje. De jager sukkelde er mee naar huis, want het was verduiveld een zware haas. “Een schoon beest”, zei zijn vrouw, “maar zou ’t ook wel een haas zijn?” “Andere beesten hebben zo geen lange oren, vrouw!” “Ezels toch wel, man!” ’t Beestje werd het vel afgetrokken en … “Vrouw”, riep de man, “ge hebt nog gelijk ook, want ik kan de hoefijzers niet afkrijgen!”