Diepenbeek

(schoverik)
"Schoverik" is de Diepenbeekse naam voor wat de volksverbeelding ‘dwaallicht’ is gaan noemen. Dat is "een blauwachtig beweeglijk vlammetje boven moerassen en kerkhoven, ontstaan door langzame verbranding van moerasgas en kerkhoven, ontstaan door langzame verbranding van moerasgas" De volksverbeelding zocht een aanvaardbare verklaring voor de herkomst van die geheimzinnige lichtjes, die niemand ontstak en die er ‘s avonds toch waren. De meest voorkomende was wel de mening, dat dwaallichtjes verlaten zielen waren van overledenen, die in eenzaamheid boven het veen zweefden. In Diepenbeek echter was dat licht een gevreesd spook dat, wanneer je erop floot, je razendsnel achtervolgde. Er zijn verhalen over roekelozen, die een Schoverik op die manier uitdaagden, genadeloos achtervolgd werden, maar nog tijdig het deurtje van hun hut achter zich dicht konden klappen. Onmiddellijk daarna weerklonk er een hevige slag op het deurtje. De volgende ochtend stond er dan een hand of paardenpoot in het hout gebrand. De woekerfantasie vergroten die vlammetjes dan tot afmetingen van een kookpot, een lantaarn of een vuurbol.