Diest

(loterbollen)



Een gravure van 1687 stelt een geding voor waarin de Mechelaars verscheidene onzer steden betrokken om een einde te stellen aan de spotternijen waarvan zij als "Maanblussers" het voorwerp waren. Op die prent bemerkt men een persoon die een stok in de hand houdt met een bol erop; en onderaan leest men: Diestenaers als Loterbollen
Ligghen overal en hollen
Segghen dat den maene schijn
Een seer groote Brandt moest sijn.

- Een loterbol is een bol die 'lotert', die onvast zit en waggelt. De man op de Mechelse prent houdt een stok vast met een 'loterbol' op. Denkelijk is dit eenvoudig een marot of narrenstok, het attribuut van den gildenar. Op personen overgedragen kan loterbol niets anders betekenen dan 'nar, gek' . Deze schimpnaam moet dagtekenen uit de tijd van de rederijkers.

Een eeuw nadien zijn de Diestenaars bekend onder de weinig fatsoenlijke naam van 'mostaardschijters', omdat het beiaardtorentje van Sint-Sulpitiuskerk enig gelijkenis heeft met een mosterdpot.