Galmaarden

(Brabantse patatten)



In de 18de-19de eeuw verwezen omwoners met een spotnaam naar de armoede bij onze bevolking die leefde van aardappelen, een nieuwigheid die toen enkel gegeten werd door armen en dieren en die geteeld werd op bijzonder kleine perceeltjes, een "armoeteelt". Vandaar de spotnaam "Brabantse patatten".