Hasselt
(koeketeers)
De oudste gekende bijnaam van de Hasselaren is ‘koeketers’. Dat verwijst allicht naar de wereldberoemde Hasseltse speculoos, en het sluit goed aan bij de nieuwe slogan Hasselt,hoofdstad van de smaak. Heel wat bijnamen voor stedelingen of dorpelingen verwijzen naar hun houding en karakter. Wie is lui, kaal en hovaardig? De andere bijnaam voor de Hasselaren, dikke nekken, is duidelijk meer gekend .
omschrijving Deze bronzen beeldfontein, van de hand van Lou Boonman, werd op 19 september 1981 door de stad geplaatst als herinnering aan de rijke jenevertraditie.
Het manneke, zittend op een os, draagt op zijn rechterschouder een vaatje jenever. Tot het einde van de vorige eeuw werd de jenever immers nog in tonnetjes of vaatjes geleverd aan de winkeliers en de drankhuizen. Particulieren konden dan, door middel van kruiken of stopen, zich bevoorraden 'aan de ton'.
De meest voorkomende tonnenmaat was de wijniox of ossenkop (ca. 268 liter). Vandaar de spotnaam 'de Ossenkoppen' waarmee men naar de Hasselaren verwijst.
Het beeld vertelt het verhaal van de kringloop. Met het draf (pulp van het gestookte graan) werden de varkens en ossen vetgemest. Deze dieren produceerden mest, waarmee de schrale Kempense zandgrond kon verbeterd worden; op betere grond groeit meer graan, zodat er meer grondstof voor de jeneverindustrie was; bij een hogere jeneverproductie kregen ze weer meer draf, konden dus meer dieren vetmesten... Zo verliep de kringloop.
De oorsprong van Hasseltse uitdrukkingen zoals 'zoe zat as è verke of as nen os' moeten we dan ook niet ver zoeken. Het draf bevatte immers nog sporen van alcohol wanneer het aan de dieren werd gevoederd.