Lot

(pensen)



De Lottenaars vormden al in oude tijden één afzonderlijke dorpsgermeenschap maar maakten tot 1927 wel deel uit van de gemeenten Dworp voor het gebied vóór de Zenne. Erover was het Sint-Pieters-Leeuw. Van deze gemeenschap wordt verteld dat ze leefden in een soort van Breugeliaanse traditie. Het volk van feestvierders. Eten en drinken, potten lambik en in lange slierten aaneengeknoopte zwarte en witte pensen. Wie het dan wat al te bont maakte werd getypeerd met de uitspraak "hij hangt de panch oit". Voor iemand die veel dronk en vaak "zat" rondliep zei men " Das een echte zattepanch". Vandaar de spotnaam: de pensen.