Nijlen

(sparrijders)



Vele Nijlenaars (en dan bedoelen we hier Nijlen zelf, zonder de deelgemeenten) weten dat ze niet enkel als inwoner van een diamantgemeente door het leven gaan, maar ook de bijnaam "Sparrijders" dragen. De benaming komt van een voostelling waarbij men als baanrover op een op zijn zachtst gezegd originele manier, voorbijgangers geld afhandig maakte.
De overlevering wil dat zich destijds in Nijlen een roversbende nestelde, die een afdeling zou zijn van de beruchte Bokkerijders, die onze streken onveilig maakten. Deze onverlaten vulden hun dagen met het aanranden van reizigers met nooit eerder gezien methode. Ze bonden de voeten van hun slachtoffers bijeen en hingen ze vervolgens met het hoofd naar beneden aan een dennenspar. Het geld dat ze bij hadden rolde dan uit hun zakken en de rovers hadden het maar voor het oprapen. Het kan als een omslachtige methode overkomen, maar op deze manier konden de dieven beweren niemand iets ontnomen te hebben, maar dat ze het geld enkel hadden gevonden en opgeraapt. Of men daar ook in trapte is een andere zaak, maar de Nijlenaars verdienden er wel de bijnaam Sparrijders mee.