Wichelen
(schooiers)
Een tweede verklaring voor de spotnaam “SCHOOIERS” ligt op het sociaal-economisch vlak. Door de ligging van het dorp waren de eerste bewoners bedrijvig in de visserij, de landbouw en de scheepvaart, zij het dan gewoon als scheepstrekkers. Het is trouwens merkwaardig hoeveel schippers er vanaf de 19e eeuw, tot op heden zelfs, te Wichelen ingeschreven blijven. Door de landbouwers werd hier in de 18e en de 19e eeuw veel vlas geteeld, waarvan 1/3 in de gemeente zelf gesponnen en geweven werd. Het was de periode van de huisnijverheid: de vrouw aan het spinnewiel, de man aan het weefgetouw.
Bij de talrijke rampen en tegenslagen die dit kleine dorp aan de Schelde te verwerken kreeg, moeten wij ook nog de talrijke overstromingen vermelden die het laaggelegen Wichelen in de loop der eeuwen overspoelden.
Is het dan nog te verwonderen dat talrijke inwoners op bedeltocht moesten naar rijkere gemeenten en dat alle Wichelaars als “SCHOOIERS” de geschiedenis ingaan?
Beschaamd is men er niet om!!! Integendeel: Arm zijn is geen schande, en dat onze voorouders het moeilijk hebben gehad, was een stimulans voor hun nakomelingen om te werken en zich in te zetten voor een betere maatschappij.
En dat zij erin gelukt zijn, bewijst het welvarend Wichelen waarin wij nu leven. Kortom, wij aanzien de spotnaam “SCHOOIERS” als een eretitel, net zoals de “Uitgeweken Wichelaars” die met kermismaandag met fierheid het beursje om de hals dragen als kenteken van de “Orde van de Wichelse Schooiers”.