Wilrijk

(geitekoppen)



Eén van de betekenissen van de benaming geit is o.m- springen, spelen. De geit is dus een levendige en opgeruimde kameraad die ons melk en vlees bezorgt. We kennen dan ook talloze tamme en wilde geitensoorten. In het verleden is Wilrijk altijd een arme gemeente geweest. Welstellende burgers woonden op een kasteel of hof van plaisantie, de boeren bezaten een hoeve en een grote veestapel, de arbeiders daarentegen hadden amper een huisje om in te wonen. Om toch wat vlees en melk te hebben om te kunnen overleven hielden ze meestal een geitje. Daarom wordt de geit ook wel eens de koe der armen genoemd. En hoewel de geiten in het verleden zeker niet de meerderheid uitmaakten van de totale veestapel in Wilrijk, toch werd er smalend of zelfs minachtend gesproken over de bezitters van zo'n geitje.